Naar de inhoud
Deze website is onderdeel van beroepsvereniging V&VN Onderdeel van beroepsvereniging V&VN

Marie Debrus

Binnengasthuis

Op relatief late leeftijd, 32 jaar, begon Marie Debrus in 1885 aan haar opleiding tot verpleegster. Ze deed dat bij het Witte Kruis. Deze organisatie was tussen 1875 en 1921 dé opleiding om het vak te leren. Voor de praktische ervaring gingen leerlingen naar het Amsterdamse Binnengasthuis. Dit eeuwenoude gasthuis maakte na 1880 de transitie door van traditionele armeninstelling naar modern, medisch georiënteerd ziekenhuis. De rol van opgeleide verpleegsters bij zo’n majeure ommezwaai  was groot. Medici hechtten veel waarde aan een goed gedisciplineerd team verpleegsters.

Aanvankelijk waren er nog maar weinig gediplomeerde verpleegsters waar medici op terug konden vallen. Ze waren dan ook erg blij met zuster Debrus, die bijna 30 jaar lang een stabiele factor  in het ziekenhuis was. Zo kon het gebeuren dat zuster Debrus, zoals ze absoluut genoemd wilde worden, al na 5 jaar tot hoofdverpleegster van de vrouwenafdeling bevorderd werd. Prof. P.K. Pel, die daar de scepter zwaaide, prees haar wetenschappelijke kwaliteiten en haar opofferingsgezindheid. Zuster Debrus mocht dan tenger, wat bleekjes en klein van gestalte zijn, ze stond haar mannetje en was een voorbeeld voor het hele verpleegsterscorps, aldus Pel.

Marie H.E. Debrus. Directrice van het Binnengasthuis (1909-1913), ca, 1895. Bron: Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Adjunct-directrice

In 1910 vierden medici en verpleging uitbundig feest ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van zuster Debrus. Deftig schreed zuster Debrus langs een haag collega’s en personeel over de binnenplaats van het ziekenhuis, die voor deze gelegenheid versierd was met palmen en bloemen. Een jaar eerder was zuster Debrus bevorderd tot adjunct-directrice en daarmee verantwoordelijk voor ‘de geheele verpleging en huishouding’. Ook deze moeilijke taak bracht ze er tot tevredenheid van de medici prima van af. Ze slaagde erin de verpleging tot één grote familie te smeden, die zich verantwoordelijk voor elkaar voelde. Haar inzet voor de patiënten bleef ook in deze nieuwe functie onverminderd tomeloos toewijdend en niet zelden zat ze ’s nachts aan het bed van een ernstig zieke om deze moed in te praten.

Verenigingen

Zuster Debrus kwam niet alleen op voor haar patiënten, ze was ook zeer begaan met de verpleegsters die aan haar zorgen waren toevertrouwd. Ze vond dat verpleegsters recht hadden op goede arbeidsomstandigheden. Daarom was ze niet alleen lid van de Nederlandsche Bond voor Ziekenverpleging, maar zat ze ook in het bestuur van Nosokómos, de vakbond uit 1900. Ook zette ze zich in voor de positie van particuliere verpleegsters en richtte ze in Amsterdam een afdeling op van de Bond van Roomsch Katholieke Ziekenverpleegsters. Ze had dus een druk leven en cijferde zichzelf makkelijk weg. De ander was voor zuster Debrus belangrijk.

Haar overlijden

Op 27 december 1913, midden in de vrolijke kerstsfeer, was het Binnengasthuis in diepe rouw gedompeld. Het plotselinge overlijden van zuster Debrus kwam als een schok. Ze overleed op 60-jarige leeftijd volkomen onverwacht tijdens haar werkzaamheden. Haar begrafenis op oudejaarsdag was indrukwekkend. De plechtige uitvaart begon op het plein van het Binnengasthuis, waar een dubbele rij treurende zusters hun geliefde directrice ‘een laatsten weemoedigen afscheidsgroet’ brachten. Er waren geen toespraken aan het graf, maar volgens prof. Pel zouden de woorden ‘zij was een ideaal verpleegster’ op haar grafsteen moeten staan. Zuster Marie Debrus ligt begraven op de Rooms-Katholieke begraafplaats ‘Buitenveldert’.

Literatuur

Moulin, D. de, e.a., Vier eeuwen Amsterdams Binnengasthuis (Wormer, 1981).

Pel, P.K., ‘In Memoriam Zuster Marie Debrus’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging 24 (1914) 46-48.

Stumpff, J. Ed., ‘Zuster M.H.E. Debrus’ in Maandblad voor Ziekenverpleging 20 (1910) 457-459.

Stumpff, J. Ed., ‘In memoriam Zuster M.H.E. Debrus’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging 24 (1914) 4-5.