Naar de inhoud
Deze website is onderdeel van beroepsvereniging V&VN Onderdeel van beroepsvereniging V&VN
Sociale afkomst

Aafke Gesina van Hulst, door haar familie ‘Sien’ genoemd, werd geboren op 28 januari 1868 in Harlingen als dochter van een dominee. Ze groeide op in een vooraanstaande doopsgezinde familie. Haar ouders hielpen vaak arme gezinnen in de stad. Dit elitaire, maar ook betrokken milieu, zorgde ervoor dat Aafke een sterk gevoel van sociale rechtvaardigheid ontwikkelde. Ze leefde sober, maar stond ook bekend als iemand die soms wat hooghartig kon zijn.

Het Groene Kruis

Van Hulst had haar hart verpand aan het Groene Kruis. Met toewijding en een flinke dosis eigenwijsheid zette zij de vereniging in Friesland en later in heel Nederland op de kaart. Ze liet zich inspireren door voorbeelden uit het buitenland. In een tijd waarin wijkverpleging in Nederland nog nauwelijks bestond, liep zij voorop. Men sprak haar vaak aan als ‘juffrouw Van Hulst’. Zij leverde een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep van wijkverpleegster.

Portret Aafke Gesina van Hulst, ca. jaren '20. Collectie Museum voor de verpleegkunde

Eigen initiatief

In 1894 begon Van Hulst in Harlingen als wijkverpleegster. In tegenstelling tot Engeland was wijkverpleging in Nederland toen nog nauwelijks bekend. Geïnspireerd door de huisarts dr. P.H. van Eden startte ze op eigen initiatief met dit werk. Ze leerde veel van de arts en kreeg zijn steun. Beiden vonden dat er meer gediplomeerde zusters in de thuiszorg moesten komen. In andere steden, zoals Rotterdam, begon wijkverpleging vaak vanuit een georganiseerd verband, bijvoorbeeld kloosterordes. Aafke Gesina van Hulst deed het daarentegen helemaal zelfstandig.

Tegenwerking

Niet iedereen waardeerde haar werk. Veel artsen zagen wijkverpleging als een bedreiging voor hun inkomen en als concurrentie voor ziekenhuizen en gestichten. Van Hulst wilde juist dat patiënten thuis dezelfde kwaliteit zorg kregen als in het ziekenhuis. Ze vond dat thuiszorg een aanvulling moest zijn op ziekenhuiszorg, of een alternatief als opname niet mogelijk was. Toch kreeg zij veel kritiek, vooral van bestuurders en directies van zorginstellingen in Harlingen.

PR voor het Groene Kruis

Op initiatief van Aafke Gesina van Hulst ging de Harlinger vereniging in 1902 op in de plaatselijke afdeling van het Groene Kruis. Daarna reisde zij door heel Nederland om lezingen met lichtbeelden te geven. Zij maakte daarmee reclame voor het Groene Kruis en stimuleerde mensen om nieuwe afdelingen op te richten. Ze sprak zo inspirerend dat er op veel plaatsen na haar komst daadwerkelijk afdelingen werden opgericht.

In Harlingen bleef Van Hulst actief. Ze richtte er een uitleenmagazijn op voor verpleegartikelen, dat een voorbeeld werd voor veel Groene Kruis-afdelingen. Ook kraamverpleging kreeg daar vorm, waarmee Harlingen als model diende voor de rest van Nederland.

Wandbord van het Groene Kruis met de leuze: 'door allen, voor allen'. Collectie Museum voor de verpleegkunde.

Voorlichtingen

Deze cursussen waren bedoeld voor moeders, aanstaande moeders, bakers, wijkverpleegsters en jonge meisjes. Volgens Aafke Gesina van Hulst moesten moeders en bakers dezelfde kennis krijgen. Ze legde veel nadruk op borstvoeding, omdat dit veilig en goedkoop was. Om dit duidelijk te maken schilderde zij aquarellen waarin te zien was dat borstvoeding de kindersterfte verminderde. Zo introduceerde zij de functie van de wijkkraamverpleegster. Ze werkte het liefst met gediplomeerde verpleegsters en bakers, al leverde dit weerstand op.

Reinheid, Rust en Regelmaat

In haar boek Reinheid, rust en regelmaat beschreef Van Hulst haar ideeën over kraamzorg. Deze drie ‘R’s zijn nog altijd bekend. Ze had oog voor de patiënt en voor hulpmiddelen. Zo ontwierp ze een ruggensteun, een verpleegsterstas en klossen voor onder het bed. Ook ontwikkelde ze een reizend kraammuseum en een toonkamer met verpleegartikelen in Utrecht. Ze was groot voorstander van borstvoeding en keerde zich tegen strak inbakkeren en het gebruik van een fopspeen.

Opleiding

Van Hulst leidde veel wijkverpleegsters op. In 1920 begon op haar initiatief een aanvullende cursus voor gediplomeerde verpleegsters, waarin zij zelf ook lesgaf. Ze vroeg haar leerlingen om praktijkervaringen te delen en verwerkte die verhalen in de lessen. Zo bleef de inhoud actueel en boeiend. Zelfs tijdens lange treinreizen werkte ze door: ze naaide bijvoorbeeld witte katoenen onderbroeken,

Groepsfoto van het bestuur van de Algemene Nederlandse Vereniging het Groene Kruis. Aafke Gesina van Hulst zit tweede van links. Aan het hoofd president ds. Fleischer. Datum onbekend. Collectie Museum voor de verpleegkunde.

tot verbazing van haar medereizigers.

Nederlandse Bond voor Wijkverpleegsters

In 1927 richtte Aafke Gesina van Hulst samen met enkele collega’s de Nederlandsche Bond voor Wijkverpleegsters op. Deze bond moest zorgen voor meer onderling contact. Wijkverpleegsters werkten vaak alleen en misten het saamhorigheidsgevoel dat ziekenhuisverpleegsters wel hadden. De bond stimuleerde ook de oprichting van districtskringen en zette zich in voor betere arbeidsvoorwaarden en een sterkere positie van wijkverpleegsters.

Grote inzet voor de wijkverpleging

Op 11 oktober 1930 overleed Van Hulst in Utrecht. Kort voor haar dood schreef ze nog een artikel waarin ze benadrukte hoe belangrijk een goede opleiding voor wijkverpleegsters was. Zij vond dat nieuwe verpleegsters niet, zoals zij en haar generatie, ‘op de tast’ mochten werken. Aafke Gesina van Hulst zette zich haar hele leven in voor de professionalisering van de wijkverpleging, zowel in Harlingen als bij het Groene Kruis. Voor haar werk werd ze bij het 25-jarig jubileum van het Groene Kruis geridderd in de Orde van Oranje-Nassau.

Cursusboek 'De leerstof van den moeder- en bakercursus, een overzicht' door A.G. van Hulst, tiende druk 1922. Dit boek uit 1922 is een door Aafke zelf gebruikt werkexemplaar. Het is volgeschreven met notities, die in de daaropvolgende druk als wijzigingen en aanvullingen zijn doorgevoerd. Collectie Museum voor de verpleegkunde.