Naar de inhoud
Deze website is onderdeel van beroepsvereniging V&VN Onderdeel van beroepsvereniging V&VN

Anna Reynvaan

Hindernissen

Anna Reynvaan werd in 1844 geboren in Amsterdam, als dochter van een rijke tabakshandelaar. Toen zij tien jaar oud was, overleed haar moeder. Vanaf dat moment zorgde Anna voor haar jongere broertjes en zusjes. Van haar werd verwacht dat zij later zou trouwen, zoals gebruikelijk was voor meisjes uit rijke families. Voor vrouwen uit haar kringen was buitenshuis werken ongewoon. Wat wél als passend werd gezien, was het doen van liefdadigheidswerk, bijvoorbeeld door armen op te voeden en te beschaven. Zulke taken sloten aan bij wat men toen beschouwde als ‘vrouwelijke kwaliteiten’.

Een eigen wil

In 1870 wilde Reynvaan zich aansluiten bij de ambulancedienst van het Rode Kruis om gewonden te verzorgen tijdens de Frans-Duitse oorlog. Haar vader verbood dit, en zij bleef thuis. Tien jaar later besloot zij toch haar eigen weg te gaan. Ze behaalde het verpleegstersdiploma van het Witte Kruis en ging werken in het particuliere Burgerziekenhuis in Amsterdam. Ook dit gebeurde zonder toestemming van haar vader. Tijdens de nachtdiensten hielpen haar zussen haar stiekem het huis uit. Toen haar vader hierachter kwam, legde hij zich neer bij de keuze van zijn inmiddels dertigjarige dochter.

Portret Anna Reynvaan omstreeks 1890. Afdruk uit W.H. Posthumus de Groot & Anna de Waal, 'Van moeder op dochter' (1968).

Adjunct-directrice

Na korte tijd in het Burgerziekenhuis te hebben gewerkt, koos Reynvaan voor een andere weg. Ze wilde de omstandigheden in de gasthuizen verbeteren en patiënten en personeel meer beschaving bijbrengen. Eerst werkte zij in het Binnengasthuis, daarna werd zij adjunct-directrice van het Buitengasthuis in Amsterdam. Onder leiding van geneesheer-directeur Jacob van Deventer voerde zij daar veranderingen door. Reynvaan controleerde ’s nachts of personeel niet lag te slapen, voerde ziekenhuiskleding in voor patiënten en zorgde ervoor dat het verplegend personeel in uniform verscheen.

Cursus

Samen met Van Deventer organiseerde Anna Reynvaan in het Buitengasthuis een cursus ziekenverpleging. Hij gaf de theorie, zij het praktijkgedeelte. De opleiding duurde twee tot drie jaar. Alleen beschaafde vrouwen werden toegelaten. Zij woonden in het ziekenhuis en verdienden 125 gulden per jaar. Langzaam maar zeker vervingen deze opgeleide verpleegsters de ongeschoolde zaalmeiden en zaalknechten.

Kinderzaal van het Buitengasthuis te Amsterdam, omstreeks 1890. Anna Reynvaan staat derde van rechts.

De Samenkomst

Reynvaan werkte intensief samen met feministe Jeltje de Bosch Kemper. In 1890 richtten zij samen het Maandblad voor Ziekenverpleging op. Beide vrouwen maakten deel uit van de redactie en schreven regelmatig artikelen. In 1892 organiseerden zij het eerste congres over verpleging in Nederland: de Samenkomst van Belangstellenden in Ziekenverpleging. Bosch Kemper was voorzitter, artsen voerden de discussie. Verpleegsters konden wel met korting naar binnen, maar zij mochten niet meepraten. Zelfs adjunct-directrices als Reynvaan hadden moeite om hun stem te laten horen.

De Bond

Uit deze bijeenkomst ontstond in 1893 de Nederlandsche Bond voor Ziekenverpleging, kortweg De Bond. In het Maandblad voor Ziekenverpleging schreef Bosch Kemper dat de bond zich vooral zou richten op de opleiding van verpleegsters en het organiseren van examens.

Jeugdfoto Jeltje de Bosch Kemper. Bron: IISG.

Reynvaan vond dat een goede verpleegster naast kennis en vaardigheden ook opofferingsgezindheid en barmhartigheid moest tonen. Het werk van de patiënt stond voor haar altijd op de eerste plaats.

Actief tot het laatst

In 1895 vierde Reynvaan dat zij 12,5 jaar werkzaam was in het Buitengasthuis, dat inmiddels was omgedoopt tot Wilhelmina Gasthuis. Als dank kreeg zij een fonds met haar naam, bedoeld om zieke verpleegsters financieel te steunen. Een jaar later moest zij haar werk in het ziekenhuis stoppen om gezondheidsredenen. Toch bleef zij actief. Samen met haar opvolgster Lientje Kruysse richtte zij de Directrice-Bond op. In 1913 organiseerde zij de afdeling ziekenverpleging van de tentoonstelling De vrouw 1813–1913. Op 19 maart 1920 overleed Anna Reynvaan, 76 jaar oud, aan de Spaanse griep.

Groepsfoto op het buitenterrein van het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam, ca. 1895. In het midden zittend dr. J. van Deventer, met links daarvan zijn vrouw Antonia Stelling en rechts zittend Anna Reynvaan in zwarte japon. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Anna Reynvaan nu

Het belang van Anna Reynvaan voor de Nederlandse verpleging leeft tot op de dag van vandaag voort. De voormalige verpleegstersopleiding in het Wilhelmina Gasthuis werd naar haar vernoemd. Het Amsterdam UMC (het vroegere Buitengasthuis) organiseert samen met de Hogeschool van Amsterdam jaarlijks de Anna Reynvaanlezing, met een toonaangevende spreker over verpleegkundige zorg en organisatie. Daarnaast bestaan er Anna Reynvaanprijzen en dragen verschillende straten haar naam. Op het terrein van het voormalige Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam staat een monument met haar beeltenis, naast die van Jeltje de Bosch Kemper.